Waarom maakt de media de boer zo zwart? Waarom wordt er continu een negatief beeld van een boer opgeroepen? Waarom moet de boer steeds weer stukjes in de krant lezen waarin hij wordt aangevallen. De maatschappij komt steeds verder van de boer af te staan, simpelweg omdat steeds minder kinderen van boerenkomaf zijn, en het beeld wat men dan krijgt, wordt bepaald door een paar herrieschoppers. Dit is niet juist en ook niet eerlijk.

Ten eerste kan men niet de gehele beroepsgroep over één kam scheren. Elke boer runt zijn eigen onderneming en doet dat zo veel mogelijk op zijn eigen manier.  In Friesland hebben we voornamelijk melkveehouders en die, zo hebben we vroeger uit het boek Boer bliuwe, blinder op de landbouwschool geleerd, kun je verdelen in verschillende ondernemersstijlen. Zo heb je de vakman, de ondernemer, de wrotter en de creatieveling. Boeren is ook een manier van leven en dat kun je dus op verschillende manieren invullen.

Ten tweede hebben we Europese en Nederlandse wetgeving.  Er zijn veel spelregels waaraan de boeren moeten voldoen. Nu veranderen de spelregels voortdurend omdat er ook veel herrieschoppers politiek actief zijn en die willen koste wat kost zieltjes winnen. Net als alle goede doelen activisten die graag leden willen hebben en graag iets roepen waardoor ze meer donaties krijgen. U weet het waarschijnlijk al, er is geen land op de wereld waar de dieren het beter hebben als bij de boeren in Nederland.

Ten derde wil ik u meegeven dat de meeste boeren boer geworden zijn uit liefde voor het vak. Het is een nobele keus om een zwaar beroep te kiezen waar je zeven dagen per week klaar moet staan voor je dieren. De dieren én de natuur waar je om geeft. Het platteland waarop je leeft en die je onderhoudt en waar je deel van uit maakt. Niet te kiezen voor het grote geld, maar voor een zinnig bestaan.

Wij boeren maken voedsel. In onze westerse wereld is er een overvloed aan voedsel, maar elders in de wereld lijden mensen nog steeds honger. In Nederland zijn wij boeren in staat om voedsel te produceren van hoge kwaliteit. Dit goedkope voedsel is voor veel Nederlanders én voor veel hongerigen op de wereld vaak veel te duur. Omdat er sprake is van wereldhandel werkt het prijsmechanisme niet en moet er immer zo goedkoop mogelijk geproduceerd worden. Door hoger wordende prijzen voor arbeid, voer en energie staan marges voor de boer continu onder druk.

In Nederland zijn veel beroepsgroepen verwant aan de agrarische sector. Voor hen is het belangrijk dat er boeren blijven. Nu doen boeren veel zelf, toch zal er een mechaniciën, een veearts, een boekhouder of een veehandelaar moeten blijven. Dankzij de geplaagde boer hebben veel mensen werk. Werken in de agrarische sector is nuttig en moet worden gewaardeerd.

Hiermee hoop ik dat alle nieuwsbrengers en zeurkousen eerst eens goed gaan nadenken voordat ze wat gaan roepen. We moeten hopen dat er boeren zullen blijven. Dat de plattelandsjeugd zich door toedoen van andersdenkenden zich niet gaat schamen voor wie ze zijn en wat ze kunnen worden. Het vak van boer is iets om trots op te zijn. Ze moeten juist verheven worden, want ze zijn dragers van de economie, de roots van onze samenleving.